Na bijna vier maanden in de Australische outback te hebben gewerkt, is het weer tijd om onze campervan af te stoffen (letterlijk) en ervandoor te gaan. We willen begin december het land verlaten, dus hebben nog dik anderhalve maand om Sydney te bereiken. Dat moet goed komen.
Het is heel apart om William Creek te verlaten. De eerste dag voelen we ons zelfs een beetje verdrietig. Na zo’n lange tijd reizen hadden we eindelijk weer een thuis en nu laten we dat weer achter ons. We troosten onszelf met de gedachte dat we in feite door ‘onze achtertuin’ rijden. Zo rijden we door de prachtige Flinders Ranges en zien we Wilpena Pound. Eenmaal aangekomen in het regenachtige Adelaide zijn we definitief niet eens meer in de buurt van William Creek. Wat wel een voordeel is, is dat we weer zelf kunnen koken én dus niet meer afhankelijk zijn van wat de chef ons besluit voor te schotelen. Héérlijk.
In Adelaide is Dominic jarig, maar eerlijk gezegd draait zijn verjaardag meer om mij. Mijn kleding heeft het namelijk zwaar te verduren gehad in William Creek. Zo’n beetje de helft is aan vervanging toe, dus er wordt flink geshopt. Ter compensatie eten we wel bij een Thais restaurant. Zo ben ik dan ook wel weer hé.
De bekendste weg van Australië
Na Adelaide stoppen we onder meer in de Grampians, maar we bereiken eigenlijk al vrij snel de Great Ocean Road, de bekendste weg van Australië. We hebben ons door meerdere mensen aan de bar in William Creek laten verzekeren dat het de moeite waard is, dus daar gaan we dan! We rijden de weg eigenlijk verkeerd om en beginnen in Warrnambool. Hier kan je walvissen spotten, maar het is het seizoen niet dus we rijden door.
In Port Campbell begint het eigenlijk pas echt. De kliffen, rotsen en ruige zee… we hebben tijdens onze wereldreis al behoorlijk veel kust gezien, maar hier valt toch echt mijn mond van open. Elke paar kilometer is er wel een stop, waar er weer een indrukwekkende rotsformatie op je staat te wachten. Heel vet! Na Port Campbell verandert de Great Ocean Road opeens in een heel bebost gebied, inclusief jungle! We zien opvallend veel mensen langs de weg omhoog kijken, dat kan maar één ding betekenen: koala’s. We spotten er inderdaad een hoop en niet veel later in Kennett River nog veel meer.
We sluiten de Great Ocean Road af met shoppen in Torquay. Hier zijn veel surfmerken begonnen en dat resulteert in waanzinnige outlets. En laat ik nou net een nieuwe bikini nodig hebben… Kassa!
Via de Great Ocean Road komen we uit bij Melbourne. In de stad verblijven is vrij duur, dus we kiezen voor een kampeerplek buiten het centrum. Met de bus reizen we elke dag op en neer en dat is dikke prima. In Melbourne hebben we een mini-reünie met twee meiden die we in Rusland hebben ontmoet. Erg gezellig om even bij te kletsen. Verder bezoeken we natuurlijk de populaire spots als Hosier Lane en St. Kilda. Melbourne is een hele leuke stad met heel veel eettentjes, maar we moeten wel even wennen aan de gigantische drukte. Werkelijk overal zijn mensen, geluiden en indrukken en dat is na vier maanden isolement wel een beetje wennen.
De grens over
In de staat Victoria bezoeken we verder nog het Wilsons Promontory Nationaal Park. Een erg mooi park, maar we worden continu overvallen door de regen. Ook bezoeken we het koala-walhalla Raymond Island. Als je koala’s wil zien in Australië moet je hier heen. We hebben er minstens zo’n twintig gezien en ik weet zeker dat we er nog tientallen over het hoofd hebben gezien. Hierna is het tijd om Victoria te verlaten en rijden we de grens over naar het oude vertrouwde New South Wales. Daarover meer in de volgende blog.
Laat via Facebook, YouTube of de reacties hieronder weten wat je van onze blogs, video’s en foto’s vindt.
This entry was posted in Oceanië, Persoonlijk blog