- Een lange weg naar de Peruviaanse jungle
- Zwemmen tussen de kaaimannen en aapjes kijken
- Voor praktische zaken naar Cusco
- Sandboarden en véél shotjes in Huacachina
- Ballestaseilanden: zoveel vogels hebben we nog nooit gezien
- Is Lima echt zo’n verschrikkelijke stad?
- Het ‘onontdekte’ Noord-Peru: de ruïnes van Kuelap
- Bloedige rituelen en bizarre vondsten in Trujillo
- Een maand Spaans leren in Cusco
- Ruïnes, ruïnes & Machu Picchu
Kuelap, ooit van gehoord? Nee? Wees gerust, ook wij kwamen deze naam pas tegen toen we research deden naar het noorden van Peru. Noord-Peru is een stuk minder toeristisch dan het zuiden van het land en dat is eigenlijk onterecht. Er zijn namelijk, blijkt na ons rondje op het internet, ontzettend veel gave dingen te doen en vooral te bewonderen in het noorden. Aangezien we onze auto pas weer over twee weken op moet halen in Cusco nemen we het ervan en gaan op ontdekkingstocht in Noord-Peru.
Na twee lange nachtbussen vanuit Cuenca komen we helemaal gesloopt aan in het stadje Chachapoyas. Nog nooit eerder hoorden we van deze plaats, maar als het aan de Peruaanse overheid ligt is Chachapoyas het nieuwe Cusco. De redenen daarvoor zijn de nabijgelegen ruïnes van Kuelap. Kuelap wordt ook wel het Machu Picchu van het noorden van Peru genoemd. Boven aan een berg is in een ver verleden een stad gebouwd van kalksteen. De stad wordt omringd door een grote muur en lijkt daardoor op een fort. Niet de Inca’s, maar de Chachapoyas zijn verantwoordelijk voor dit bouwwerk. Een bouwwerk dat door de overheid eerst als ‘niet boeiend genoeg’ werd bestempeld, maar waar de laatste jaren een hoop geld in wordt gepompt met het doel om een nieuwe Machu Picchu te creëren.
Natuurlijke selectie
Ruïnes zijn zeg maar best wel ons ding en daarom boeken we een tour naar Kuelap. Om vage reden gaat de kabelbaan (daarover later meer) naar de archeologische plek maar twee dagen per week en dus moeten we nog een dagje wachten. Geen probleem, in de omgeving is namelijk genoeg te doen. Zo heb je er één van de hoogste watervallen ter wereld. Aangezien je daarvoor een behoorlijk stuk moet wandelen, gaan we voor plan B: de Cañón del Sonche. In een halfuurtje rijden we met een colectivo van Chachapoyas naar het dorpje Huancas. Hier wacht ons een uitkijkplatform waar we voor drie soles (80 eurocent) gebruik van mogen maken. De Cañon del Sonche is een behoorlijk diepe canyon en best indrukwekkend voor de simpele rit die we ervoor hebben moeten maken. We treffen er een redelijk aantal Peruaanse toeristen. Die nemen het niet zo nauw met de regels. Er staat duidelijk op de borden dat je niet op en over de muur moet klimmen, maar daar hebben de Peruanen geen boodschap aan. Hup, nóg een selfie terwijl ze op de muur balanceren. Ik kijk over de rand, waar ik toch echt een afgrond van honderden meters zie. Zucht… laten we het houden op natuurlijke selectie.
Verrassend genoeg treffen we in het stadscentrum van Chachapoyas een vegetarisch restaurant. En nog verrassender is dat het geen hippe tent is. Dit restaurant is niet gemaakt voor toeristen, maar voor locals. En wij maar denken dat Zuid-Amerikanen absoluut geen vegetariërs zijn! Op de menukaart barst het van de lekkere gerechten, wat onze harten sneller doet kloppen. Het kan dus wél. En ja, het ziet er misschien niet zo uit, maar dit gerecht hieronder is écht vegetarisch.
Per kabelbaan naar Kuelap
Tijd voor Kuelap. Met een busje vol Zuid-Amerikanen en een paar Amerikanen rijden we naar het dorpje Nuevo Tingo. We zijn de enige Europeanen aan boord. Dat zal bij Machu Picchu straks wel anders zijn… In het dorpje is met behulp van een Franse investeerder een kabelbaanverbinding naar Kuelap aangebracht. Voorheen moesten toeristen uren de steile berg beklimmen om Kuelap te bewonderen. Sinds 2017 ben je er, vanaf Nuevo Tingo, in dertig minuten. Wij zijn erg blij dat we op deze hoogte niet hoeven te klimmen, maar het ritje in de kabelbaan voelt wel een beetje maf. Wat zouden de Chachapoyas ervan vinden dat dagelijks honderden toeristen op deze manier naar hun meesterwerk worden vervoerd?
Kuelap zelf is erg indrukwekkend. We hebben een goede gids die alles goed uitlegt. Kuelap is tussen 800 en 1500 na Christus bewoond geweest. Vervolgens heeft de natuur haar werk gedaan en werd het pas in 1843 herontdekt. Gigantische bomen groeien door voormalige huizen en delen van de stadsmuur zijn omgevallen. De restauratie is nog in volle gang. Het is niet helemaal duidelijk wat de functie van Kuelap precies was. Gedacht wordt dat hier alleen de elite van de Chachapoyas leefde en binnen de stadsmuren vele rituelen werden uitgevoerd. Het is bijna niet voor te stellen hoe men hier vroeger heeft geleefd en nog moeilijker voor te stellen hoe men dit, zonder de hulp van moderne werktuigen, heeft gebouwd. Onze gids vertelt ons dat in de omgeving waarschijnlijk nog veel meer onontdekte ruïnes liggen. Wie weet moeten we hier over een aantal jaar nog eens terugkomen. En zou het dan al het nieuwe Machu Picchu zijn? We zijn benieuwd.
Er is nog meer te doen in Chachapoyas, maar budgetgewijs moeten we keuzes maken. We reizen dus verder en gaan met de nachtbus, hopelijk de laatste van onze wereldreis, naar Trujillo.
Laat via Facebook, YouTube of de reacties hieronder weten wat je van onze blogs, video’s en foto’s vindt.